Downloadbare pdf |
Geschikt voor groep 7
Op dit werkblad leer je hoe je verkleinwoorden maakt. Je gaat aan de slag met verschillende woorden om ze kleiner te maken door -aatje, -ootje, -uutje of -eetje achter het woord te plakken. Je oefent met regelwoorden, zodat je straks zelf weet wanneer je welk achtervoegsel moet gebruiken. Het gaat erom dat je de verkleinwoorden correct opschrijft door de juiste uitgang te kiezen. Dit is handig voor je spelling en helpt je beter te begrijpen hoe de Nederlandse taal in elkaar zit.